Jacob Gerritsen
Jacob (Jacobus) Gerritsen (Gerritze(n), Gerritse), geb. te Andelst op 20 apr 1773 (di) (@, DTB inv. 1542, p.2, nr.1, GA), ged. te Andelst (t) op 25 apr 1773 (zo) (@, DTB inv. 1542, p.2, nr.1, GA) (getuige: Johanna Rutte), arbeider, ovl. (55 jaar oud) te Andelst op 20 aug 1828 (wo) (@, BS akte 22, GA, LDS).
otr. te Zetten op 7 mrt 1801 (za) (@, DTB inv. 1511, p.11, nr.4, GA), tr. (resp. 27 en 19 jaar oud) te Zetten op 22 mrt 1801 (zo) (@, DTB inv. 1543, p.54, nr.2 + p.116, nr.1, GA)
met
Dora (Theodora) Boudewijn (Baudewijn, Boudewijns, Bouwdewijn), dr. van Boudewijn Everts en Jacoba Jacobs, geb. te Zetten op 17 feb 1782 (zo) (@, DTB inv. 1542, p.46, nr.7, GA), ged. te Zetten op 3 mrt 1782 (zo) (@, DTB inv. 1542, p.46, nr.7, GA) (getuige: Jacoba Jacobs), arbeidster, ovl. (67 jaar oud) te Herveld op 13 sep 1849 (do) (@, BS akte 36, GA, LDS).
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hendrik | ~1803 | Zetten | | | | 1 | 0 |
2 | Dirk | *1811 | Andelst | †1875 | Valburg | 64 | 1 | 4 |
>
Dora Boudewijn
Dora (Theodora) Boudewijn (Baudewijn, Boudewijns, Bouwdewijn), geb. te Zetten op 17 feb 1782 (zo) (@, DTB inv. 1542, p.46, nr.7, GA), ged. te Zetten op 3 mrt 1782 (zo) (@, DTB inv. 1542, p.46, nr.7, GA) (getuige: Jacoba Jacobs), arbeidster, ovl. (67 jaar oud) te Herveld op 13 sep 1849 (do) (@, BS akte 36, GA, LDS).
otr. te Zetten op 7 mrt 1801 (za) (@, DTB inv. 1511, p.11, nr.4, GA), tr. (resp. 19 en 27 jaar oud) te Zetten op 22 mrt 1801 (zo) (@, DTB inv. 1543, p.54, nr.2 + p.116, nr.1, GA)
met
Jacob (Jacobus) Gerritsen (Gerritze(n), Gerritse), zn. van Hendrik Gerritsen (arbeider) en Hendrina Jacobs (arbeidster), geb. te Andelst op 20 apr 1773 (di) (@, DTB inv. 1542, p.2, nr.1, GA), ged. te Andelst (t) op 25 apr 1773 (zo) (@, DTB inv. 1542, p.2, nr.1, GA) (getuige: Johanna Rutte), arbeider, ovl. (55 jaar oud) te Andelst op 20 aug 1828 (wo) (@, BS akte 22, GA, LDS).
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hendrik | ~1803 | Zetten | | | | 1 | 0 |
2 | Dirk | *1811 | Andelst | †1875 | Valburg | 64 | 1 | 4 |
>
Herman Wilhelm Jäger
| |
in Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2] Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Herman Wilhelm (Herman) Jäger, geb. te Rotterdam op 28 nov 1879 (vr) (@, BS akte 5373 (er staat 5273!), LDS, WWW; GK, DSR; PK, CBG), Evang. Luthers, machinist, houthandelaar, ovl. (84 jaar oud) te Leiden op 26 apr 1964 (zo) (@, BS akte 475; PK, CBG; +), begr. te Leiden (Alg. begraafplaats Rhijnhof) op 29 apr 1964 (wo) (+). |
Opmerkingen bij Herman Wilhelm (Herman) Jäger.
1) TJ: H.W. Jäger werkte na een technische opleiding bij Wilton-Feyenoord eerst als machinist. Na één zeereis ging hij echter in de houthandel. In verband daarmee vertrok hij op 10.11.1903 van Rotterdam naar Zoeterwoude. Samen met zijn zwager Adrianus Johannes Boer zette hij de houthandel van zijn schoonvader Johannes Hermanus Sundermeijer voort als de fijnhouthandel Boer en Jaeger aan de Hooge Rijndijk te Zoeterwoude. H.W. Jäger had de technische zorg voor het bedrijf, zijn zwager de zakelijke. Het bedrijf was dus afkomstig van J.H. Sundermeijer. Deze woonde eerst in Hillegersberg (Rotterdam). Op 25.6.1902 verhuisde hij met gezin naar Zoeterwoude (ook D. Sundermeijer dus!) aan de Hooge Rijndijk waar hij twee huizen liet bouwen bij het terrein van de houtzagerij.
In deze huizen woonden later zijn schoonzoons A.J. Boer en H.W. Jäger met hun gezinnen. J.H. Sundermeyer ging later met zijn tweede vrouw in Driebergen wonen. Het terrein waarop de huizen en de houtzagerij stonden is gelegen tussen de Hooge Rijndijk en het Utrechtse Jaagpad en ging op 1.1.1920 over naar de gemeente Leiden. Het huis van H.W. Jäger werd nog tijdens het leven van zijn vrouw D. Sundermeyer verhuurd (Zij was eerder opgenomen in Huize Bloemendaal te Loosduinen). Zelf ging H.W. Jäger bij A.J. Boer inwonen (Hooge Rijndijk 256(198)) en op 27.4.1932 bij zijn zusters C.W. en C.S. Jäger, die hier dichtbij op nr. 99a woonden. Hij woonde daar tot zijn overlijden in 1974 in een ziekenhuis aan de gevolgen van een autoongeluk.
De houthandel is na pensionering van A.J. Boer en H.W. Jäger voortgezet door Cornelis Boer, A.J. Boers zoon, onder de naam Boer en Jaeger te Valkenburg Z.H.
2) TJ: Ik als kleinzoon herinner mij H.W. Jäger als "Opa Jäger" nog zeer goed. Nadat wij in 1951 in Voorhout zijn komen wonen, waar hij heel blij mee was, kwam hij ons wekelijks op zaterdag bezoeken. Hij was een groot liefhebber van hengelen. Hij gebruikte daarvoor een roeiboot. Kort nadat wij in Voorhout woonden roeide hij deze boot vanaf de buurt waar hij woonde, via o.m. de Haarlemmertrekvaart naar Voorhout. Ik herinner mij die dag nog precies, vooral het moment waarop hij ineens op de Dinsdagse Wetering achter ons huis aan kwam roeien. Deze boot hebben wij nog vele jaren met veel plezier gebruikt voor roeitochten naar o.m. de Kagerplassen.
3) TJ: Het in opmerking 1) genoemde autoongeluk herinner ik me nog goed. Het was op een zaterdag, 25 april 1964. Mijn opa kwam iedere zaterdag naar ons toe. We woonden in het Kievitspark op nr. 16. Hij kwam altijd met de bus en bracht een gezellige dag bij ons door. 's Avonds brachten we hem dan weer met de auto naar zijn huis op de Hoge Rijndijk tegenover de watertoren. Op de bewuste avond bestuurde mijn broer Frank de auto, een witte Fiat 1100. Ik weet nog dat wij, die thuis waren, kort nadat ze weggereden waren, ineens een claxon aanhoudend hoorden loeien uit de richting van Leidsevaart. Later bleek pas dat het om een ongeluk met onze Fiat ging. Een Engelse auto was plotseling naar de andere weghelft uitgeweken omdat een auto voor hem moest afremmen voor een koe die vanuit het naastgelegen weiland door een sloot op de weg was gekomen. Mijn broer heeft nog geremd. De politie zei later dat dat aan de remsporen te zien was (en later zagen wij die remsporen nog een hele tijd op het wegdek bij het punt waar de Elsgeesterweg op de Leidsevaart uitkomt). Mijn opa was naar voren geschoten en met zijn hoofd tegen de voorruit gekomen. Als hij gordels had gedragen (wat toen nog niet verplicht was) had hij het waarschijnlijk overleefd, wat maar weer eens aantoont hoe belangrijk gordels zijn. Hij was kerngezond, liep veel, viste in het kanaal vlak bij zijn huis, en zou misschien nog jaren geleefd hebben. Heel droevig. Hij overleed de dag na het ongeluk in het ziekenhuis. Mijn broer had niets. Hij had het stuur in handen en kon zich nog schrap zetten.
Over dit ongeluk is voorjaar 2014 in het tijdschrift Dwars Op van de Historische Kring Voorhout, jaargang 17, nr. 50, blz. 25, een artikeltje verschenen.
Dit ongeluk had destijds ook de krant gehaald: zie Leids Dagblad van 29 april 1964.
- Vader:
Carl Hermann (Hermann) Jäger, zn. van Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf) en Friederike Caroline (Caroline) Förster, geb. te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] (bij Dresden (Lausa volgens huwelijksakte)) op 14 sep 1837 (do) (SFJ; @, DTB Lausa, ARC: Nachmittags 5 Uhr 4; GK, BR, SAR), ged. Evang. Luthers te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] op 8 okt 1837 (zo) (@, DTB Lausa, ARC: Haustaufe) (getuige: (Taufpathen (verkort):) 1) Marie Auguste Dorothea (Pieschel), Christian Gottlieb Jägers Witwe in Zörbig; 2) Elisa Caecilia (Förster), Hauptmann Simons Ehegattin in Leipzig; 3) Johann Adam Gottlieb Jäger, Kaufmann aus London (in zijn plaats:) Kaufmann Hesse aus Dresden; 4) Karl Riemann, Kaufmann aus Magdeburg), 1e stuurman ter koopvaardij, koopman, kantoorknecht, ovl. (59 jaar oud) te Rotterdam op 10 dec 1896 (do) (@, BS akte 5300, graf nr. 3216, WWW; SFJ; GK, DSR; +), tr. (resp. 36 en 31 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 16 apr 1874 (do) (@, BS akte 294, DSR, LDS; SFJ), kerk.huw. (Evang. Luthers) te Rotterdam (Lutherse Kerk) op 16 apr 1874 (do) (bijbel).
| |
- Moeder:
Sophia Margaretha Jansen, dr. van Cornelis Jansen (timmerman) en Gerritje Abendroth, geb. te Rotterdam op 3 mrt 1843 (vr) (@, BS akte 531, LDS, WWW; SFJ; GK, DSR), Evang. Luthers, ovl. (76 jaar oud) te Rotterdam op 28 feb 1920 (za) (@, BS akte 1313, graf nr. 816, LDS, WWW; SFJ; GK, DSR; +), begr. te Rotterdam op 2 mrt 1920 (di) (+), tr. (resp. 18 en 31 jaar oud) (1) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 13 nov 1861 (wo) (BS akte 814) met Jan Koreman (Kooreman), zn. van Isaac Koreman en Jannetje Mieremet, geb. te Leiden op 3 mei 1830 (ma) (BS akte 503), telegrafist, ovl. (35 jaar oud) te Rotterdam op 13 sep 1865 (wo) (BS akte 2734: "in een stoomboot liggende aan de Oosterkade"). Uit dit huwelijk een dochter.
| |
tr. (resp. 25 en 22 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Zoeterwoude op 19 jul 1905 (wo) (@, BS akte 17; +, verloofd op 25 apr 1903)
met
Dirkje (Dien, Dina) Sundermeijer, dr. van Johannes Hermanus Sundermeijer (timmerman, loodgieter, bouwondernemer) en Cornelia van der Leek, geb. te Rotterdam op 16 nov 1882 (do) (@, BS akte 5427, SAR, LDS), ovl. (30 jaar oud) te Loosduinen op 1 aug 1913 (vr) (@, BS akte 88, HGA, GL; +, FA, FAJ). | |
Opmerkingen bij Dirkje (Dien, Dina) Sundermeijer.
1) @, BR/HGA: Dirkje was van 10 nov 1909 tot haar overlijden, mogelijk aan tbc, op 1 aug 1913 opgenomen in het Geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen Bloemendaal.
2) TJ: Het vermoeden is dat zij het overlijden van haar bijna 2 jaar oude 1e zoon Herman niet heeft kunnen verwerken. Vóór Bloemendaal was zij van omstreeks maart 1908 tot kort voor november 1909 opgenomen in het Geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen Oud-Rosenburg te Loosduinen. Dit betekent dat haar 2e zoon Karel Herman is geboren in deze laatste inrichting.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herman | *1906 | Zoeterwoude | †1908 | Zoeterwoude | 1 | 0 | 0 |
2 | Karel Herman (Herman) | *1908 | Loosduinen | †1982 | Leiderdorp | 73 | 2 | 3 |
>
Dirkje Sundermeijer
| |
in Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2] Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Dirkje (Dien, Dina) Sundermeijer, geb. te Rotterdam op 16 nov 1882 (do) (@, BS akte 5427, SAR, LDS), ovl. (30 jaar oud) te Loosduinen op 1 aug 1913 (vr) (@, BS akte 88, HGA, GL; +, FA, FAJ). |
Opmerkingen bij Dirkje (Dien, Dina) Sundermeijer.
1) @, BR/HGA: Dirkje was van 10 nov 1909 tot haar overlijden, mogelijk aan tbc, op 1 aug 1913 opgenomen in het Geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen Bloemendaal.
2) TJ: Het vermoeden is dat zij het overlijden van haar bijna 2 jaar oude 1e zoon Herman niet heeft kunnen verwerken. Vóór Bloemendaal was zij van omstreeks maart 1908 tot kort voor november 1909 opgenomen in het Geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen Oud-Rosenburg te Loosduinen. Dit betekent dat haar 2e zoon Karel Herman is geboren in deze laatste inrichting.
- Vader:
Johannes Hermanus Sundermeijer, zn. van Gerardus Sundermeijer (pakhuisknecht, timmerman) en Cornelia van den Berg, geb. te Rotterdam op 7 mrt 1858 (zo) (@, BS akte 846, SAR), timmerman, loodgieter, bouwondernemer, ovl. (74 jaar oud) te Driebergen op 15 dec 1932 (do) (@, BS akte 99, HUA; +, FA, KB), begr. te Driebergen (Nieuwe Algem. Begraafplaats) op 19 dec 1932 (ma) (+, FA, KB), tr. (resp. 54 en 44 jaar oud) (2) (Burgerlijke Stand) te Groningen op 10 jun 1912 (ma) (@, BS akte 299, AGR; PK; +, FA, CBG) met Grietje Heidema, dr. van Ties Heidema en Eltje Nanninga, geb. te Warffum op 11 aug 1867 (zo) (PK), ovl. (84 jaar oud) te Zeist op 13 okt 1951 (za) (PK; +, FA, CBG), begr. te Driebergen (Nieuwe Begraafplaats) op 17 okt 1951 (wo) (+, FA, CBG). Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (resp. 22 en 20 jaar oud) (1) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 19 mei 1880 (wo) (@, BS akte 428, SAR).
- Moeder:
Cornelia van der Leek, dr. van Kornelis van der Leek (kuipers(s-), pakhuisknecht) en Cornelia de Vos, geb. te Rotterdam op 26 jan 1860 (do) (@, BS akte 344, SAR), ovl. (51 jaar oud) te Zoeterwoude op 3 jan 1912 (wo) (@, BS akte 1, NA, ELO; +, FA, FAJ), begr. te Leiderdorp op 6 jan 1912 (za) (+, FA, FAJ).
| |
tr. (resp. 22 en 25 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Zoeterwoude op 19 jul 1905 (wo) (@, BS akte 17; +, verloofd op 25 apr 1903)
met
Herman Wilhelm (Herman) Jäger, zn. van Carl Hermann (Hermann) Jäger (1e stuurman ter koopvaardij, koopman, kantoorknecht) en Sophia Margaretha Jansen, geb. te Rotterdam op 28 nov 1879 (vr) (@, BS akte 5373 (er staat 5273!), LDS, WWW; GK, DSR; PK, CBG), Evang. Luthers, machinist, houthandelaar, ovl. (84 jaar oud) te Leiden op 26 apr 1964 (zo) (@, BS akte 475; PK, CBG; +), begr. te Leiden (Alg. begraafplaats Rhijnhof) op 29 apr 1964 (wo) (+). | |
Opmerkingen bij Herman Wilhelm (Herman) Jäger.
1) TJ: H.W. Jäger werkte na een technische opleiding bij Wilton-Feyenoord eerst als machinist. Na één zeereis ging hij echter in de houthandel. In verband daarmee vertrok hij op 10.11.1903 van Rotterdam naar Zoeterwoude. Samen met zijn zwager Adrianus Johannes Boer zette hij de houthandel van zijn schoonvader Johannes Hermanus Sundermeijer voort als de fijnhouthandel Boer en Jaeger aan de Hooge Rijndijk te Zoeterwoude. H.W. Jäger had de technische zorg voor het bedrijf, zijn zwager de zakelijke. Het bedrijf was dus afkomstig van J.H. Sundermeijer. Deze woonde eerst in Hillegersberg (Rotterdam). Op 25.6.1902 verhuisde hij met gezin naar Zoeterwoude (ook D. Sundermeijer dus!) aan de Hooge Rijndijk waar hij twee huizen liet bouwen bij het terrein van de houtzagerij.
In deze huizen woonden later zijn schoonzoons A.J. Boer en H.W. Jäger met hun gezinnen. J.H. Sundermeyer ging later met zijn tweede vrouw in Driebergen wonen. Het terrein waarop de huizen en de houtzagerij stonden is gelegen tussen de Hooge Rijndijk en het Utrechtse Jaagpad en ging op 1.1.1920 over naar de gemeente Leiden. Het huis van H.W. Jäger werd nog tijdens het leven van zijn vrouw D. Sundermeyer verhuurd (Zij was eerder opgenomen in Huize Bloemendaal te Loosduinen). Zelf ging H.W. Jäger bij A.J. Boer inwonen (Hooge Rijndijk 256(198)) en op 27.4.1932 bij zijn zusters C.W. en C.S. Jäger, die hier dichtbij op nr. 99a woonden. Hij woonde daar tot zijn overlijden in 1974 in een ziekenhuis aan de gevolgen van een autoongeluk.
De houthandel is na pensionering van A.J. Boer en H.W. Jäger voortgezet door Cornelis Boer, A.J. Boers zoon, onder de naam Boer en Jaeger te Valkenburg Z.H.
2) TJ: Ik als kleinzoon herinner mij H.W. Jäger als "Opa Jäger" nog zeer goed. Nadat wij in 1951 in Voorhout zijn komen wonen, waar hij heel blij mee was, kwam hij ons wekelijks op zaterdag bezoeken. Hij was een groot liefhebber van hengelen. Hij gebruikte daarvoor een roeiboot. Kort nadat wij in Voorhout woonden roeide hij deze boot vanaf de buurt waar hij woonde, via o.m. de Haarlemmertrekvaart naar Voorhout. Ik herinner mij die dag nog precies, vooral het moment waarop hij ineens op de Dinsdagse Wetering achter ons huis aan kwam roeien. Deze boot hebben wij nog vele jaren met veel plezier gebruikt voor roeitochten naar o.m. de Kagerplassen.
3) TJ: Het in opmerking 1) genoemde autoongeluk herinner ik me nog goed. Het was op een zaterdag, 25 april 1964. Mijn opa kwam iedere zaterdag naar ons toe. We woonden in het Kievitspark op nr. 16. Hij kwam altijd met de bus en bracht een gezellige dag bij ons door. 's Avonds brachten we hem dan weer met de auto naar zijn huis op de Hoge Rijndijk tegenover de watertoren. Op de bewuste avond bestuurde mijn broer Frank de auto, een witte Fiat 1100. Ik weet nog dat wij, die thuis waren, kort nadat ze weggereden waren, ineens een claxon aanhoudend hoorden loeien uit de richting van Leidsevaart. Later bleek pas dat het om een ongeluk met onze Fiat ging. Een Engelse auto was plotseling naar de andere weghelft uitgeweken omdat een auto voor hem moest afremmen voor een koe die vanuit het naastgelegen weiland door een sloot op de weg was gekomen. Mijn broer heeft nog geremd. De politie zei later dat dat aan de remsporen te zien was (en later zagen wij die remsporen nog een hele tijd op het wegdek bij het punt waar de Elsgeesterweg op de Leidsevaart uitkomt). Mijn opa was naar voren geschoten en met zijn hoofd tegen de voorruit gekomen. Als hij gordels had gedragen (wat toen nog niet verplicht was) had hij het waarschijnlijk overleefd, wat maar weer eens aantoont hoe belangrijk gordels zijn. Hij was kerngezond, liep veel, viste in het kanaal vlak bij zijn huis, en zou misschien nog jaren geleefd hebben. Heel droevig. Hij overleed de dag na het ongeluk in het ziekenhuis. Mijn broer had niets. Hij had het stuur in handen en kon zich nog schrap zetten.
Over dit ongeluk is voorjaar 2014 in het tijdschrift Dwars Op van de Historische Kring Voorhout, jaargang 17, nr. 50, blz. 25, een artikeltje verschenen.
Dit ongeluk had destijds ook de krant gehaald: zie Leids Dagblad van 29 april 1964.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herman | *1906 | Zoeterwoude | †1908 | Zoeterwoude | 1 | 0 | 0 |
2 | Karel Herman (Herman) | *1908 | Loosduinen | †1982 | Leiderdorp | 73 | 2 | 3 |
>
- Vader:
Herman Wilhelm (Herman) Jäger, zn. van Carl Hermann (Hermann) Jäger (1e stuurman ter koopvaardij, koopman, kantoorknecht) en Sophia Margaretha Jansen, geb. te Rotterdam op 28 nov 1879 (vr) (@, BS akte 5373 (er staat 5273!), LDS, WWW; GK, DSR; PK, CBG), Evang. Luthers, machinist, houthandelaar, ovl. (84 jaar oud) te Leiden op 26 apr 1964 (zo) (@, BS akte 475; PK, CBG; +), begr. te Leiden (Alg. begraafplaats Rhijnhof) op 29 apr 1964 (wo) (+), tr. (resp. 25 en 22 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Zoeterwoude op 19 jul 1905 (wo) (@, BS akte 17; +, verloofd op 25 apr 1903).
| |
- Moeder:
Dirkje (Dien, Dina) Sundermeijer, dr. van Johannes Hermanus Sundermeijer (timmerman, loodgieter, bouwondernemer) en Cornelia van der Leek, geb. te Rotterdam op 16 nov 1882 (do) (@, BS akte 5427, SAR, LDS), ovl. (30 jaar oud) te Loosduinen op 1 aug 1913 (vr) (@, BS akte 88, HGA, GL; +, FA, FAJ).
| |
>
Gottlieb Wilhelm Jäger
| |
in Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2] Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC). |
Opmerkingen bij Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger.
1) Kroniek Hartmann: "Den 15ten Juli 1798 Abends halb sieben Uhr kam die Jaegerin mit einem jungen Sohn in Spören nieder, es war Sonntags, dieses Jahr regieret der Jupiter. So Gott will wird es ein hübsches, frommes Kind, wenn es nicht verderbt wird und kommet in gute Hände. Amen! Amen! Den 8ten August ist er getauft worden, ich als Großmutter habe ihn in Person aus der Taufe gehoben, er heißt Gottlieb Wilhelm (Dies ist Euer Vater. Er starb den 15ten Juni 1865 in Dresden.)." (opm. TJ: de tekst tussen haakjes was gericht aan zijn dochter Elise Dorothea Jäger.).
2) SFJ: Gottlieb Wilhelm Jaeger wurde Sonntag, den 15.VII.1798 7 1/2 abends geboren und und am 8.VIII getauft.
3) SFJ: G.W. Jaeger geht am 20.X.1809 nach Donndorf zum Besuch der dortigen Klosterschule, die er am 3.III.1811 wieder verläßt, um vom 17.IV.1811 ab bis Frühjahr 1814 die Bürgerschule zu Leipzig zu besuchen. Am 13.IV.1814 tritt er als Kaufmannslehrling bei der Firma Ferber & Co. in Naumburg a/S ein. (Er diente als Freiwilliger vom 22/7 1818 bis 22/7 1819.) Vom 31.VIII bis 26.IX.1818 ist G.W. Jaeger zu den militärischen Manövern nach Berlin eingezogen. Als Handlungsdiener ist er dann vom 1.VIII.1819 bei der Firma Wallner u. Falkenburg (Magdeburg?) beschäftigt, wo er im August 1824 Procura erhält. Nachdem er am 16.I.1826 bei Wallner u. Falkenberg ausgeschieden war, assosiert sich G.W. Jaeger am 3.II.1826 mit einem gewissen Herrn Püttner, doch löst sich die Firma alsbald wieder auf. (1827 trat er in das Geschäft von Johann David Förster als Procurist ein und nach einen Jahr als Teilhaber. Damals besaß es sein spätener Schwager Gustav Förster. 1836 trat er seiner Gesundheit wegen wieder aus, ging erst nach Dresden u. kaufte im Herbst das Rittergut Hermsdorf welches er Frühjahr 1845 wieder verkaufte und nach Dresden zog, wo er bis seinem Tode als Privatmann lebte.) Später kaufte er das Rittergut Hermsdorf, das er ungefähr (opm. TJ: dit woord door E.D. Jäger? doorgehaald en vervangen door "31 März") bis 1845 besaß. (opm. TJ: de tussen haakjes geplaatste Duitse tekst is later toegevoegd, waarschijnlijk door Elise Dorothea Jäger. Ook de andere later aangebrachte toevoegingen en correcties in de stamboom van Matthaei zijn waarschijnlijk van haar hand.).
4) TJ: Matthaei gaf voor G.W. Jäger nog een derde voornaam op: Christian. Deze is later doorgehaald door waarschijnlijk Elise Dorothea Jäger.
- Vader:
Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger, zn. van Johann Adam Jäger (Bürger und Kramermeister, Tuchmacher und Handwerks- Obermeister zu Leipzig) en Christiane Sophie Hartmann, geb. te Leipzig [Sachsen, Duitsland] op 8 okt 1763 (za) (SFJ), ged. Evang. Luthers te Leipzig [Sachsen, Duitsland] (St. Thomas Kirche) op 9 okt 1763 (zo) (@,DTB inv. 11/356, Pfarramt Leipzig, eigen foto) (getuige: (Pathen:) 1) Christian Friedrich Aedenus, Amts Verwalter zu ..; 2) Johanna Sophia, Joh. Christian Hartmanns, Br u. Cramer hinterl. Tochter; 3) Johann Gottlieb Wilcke, Handelsmann in Gera), Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig (Erb-, Lehn- und Gerichtsherr auf Spören, vom Stammbaum Schubart: Stadtgutsbesitzer u. Tabackhändler), ovl. (67 jaar oud) te Zörbig [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 16 sep 1830 (do) (@, DTB nr. 59, Pfarramt Zörbig, eigen foto; @, DTB nr. 61, ANC; SFJ), begr. te Zörbig [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 19 sep 1830 (zo) (@, DTB nr. 59, Pfarramt Zörbig, eigen foto; @, DTB nr. 61, ANC), tr. (resp. 22 en 16 jaar oud) te Magdeburg [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 7 mrt 1786 (di) (SFJ), kerk.huw. (Evang. Luthers).
| |
- Moeder:
Auguste Maria Dorothea (Dörthe, Marie) Pieschel, dr. van Carl Gottlieb Pieschel (Groszkaufmann) en Anna Dorothea Pieschel, geb. te Magdeburg [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 12 sep 1769 (di) (SFJ), Evang. Luthers, ovl. (75 jaar oud) te Magdeburg [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 3 jan 1845 (vr) (@, DTB p.1, nr. 2, ANC; SFJ), begr. te Magdeburg [Sachsen-Anhalt, Duitsland] (St. Jacobi) op 6 jan 1845 (ma) (@, DTB p.1, nr. 2, ANC).
| |
tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ)
met
Opmerkingen bij Friederike Caroline (Caroline) Förster.
1) SFJ: Die Schwester von Sophie Caroline Friederike Förster geborene Braune war die in der ganzen Familie so beliebte: "Tante Rieckchen". (opm. TJ: "Sophie" later door Elise Jäger toegevoegd.).
Opmerkingen bij Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger en Friederike Caroline (Caroline) Förster
1) FAJ: Op 1.11.1834 medeondertekenden G.W. Jäger en zijn echtgenote te Dresden de akte van verdeling van de nalatenschap van Johann David Förster, die op 19.5 .1827 was overleden. Zij "tekenden" door hun naam voluit te schrijven en G.W. Jäger zegelde bovendien met ons familiewapen.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marie Dorothea (Marie) | *1835 | Leipzig [Sachsen, Duitsland] | †1860 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | 24 | 1 | 2 |
2 | Carl Hermann (Hermann) | *1837 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | †1896 | Rotterdam | 59 | 1 | 5 |
3 | Agnes Dorothea (Agnes) | *1840 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | †1889 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | 48 | 0 | 0 |
4 | Mathilde Dorothea (Mathilde) | *1843 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | †1844 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | 1 | 0 | 0 |
5 | Elise Dorothea (Elise) | *1845 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | †1935 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | 89 | 0 | 0 |
6 | Eugen Carl (Eugen) | *1846 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | †1901 | Berlijn [Berlin, Duitsland] | 54 | 1 | 1 |
7 | Carl Curt (Curt) | *1852 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | †1879 | Meran [Trentino, Italië] | 26 | 0 | 0 |
>
Opmerkingen bij Friederike Caroline (Caroline) Förster.
1) SFJ: Die Schwester von Sophie Caroline Friederike Förster geborene Braune war die in der ganzen Familie so beliebte: "Tante Rieckchen". (opm. TJ: "Sophie" later door Elise Jäger toegevoegd.).
- Vader:
Johann David Förster, zn. van Johann David Förster (Kaufmann, Händler, Verkäufer, Kramermeister 1792-1797) en Maria Rosine Genthin, geb. op 5 jun 1775 (ma) (FAJ; SGML), Kaufmann, Chef der Handlung Johan David Förster & Comp. zu Leipzig (Besitzer des Mannlehn-Rittergutes Kleinzschocher), ovl. (51 jaar oud) op 13 mei 1827 (zo) (FAJ: ook 19 mei wordt een keer genoemd), tr.
- Moeder:
Friederica Sophia Carolina (Friederike Sophie Caroline, Sophie Caroline Friederike) Braune, dr. van Johann Günther Braune en Maria Louisa Lücke, geb. te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 24 nov 1777 (ma) (@, DTB inv.A611, nr.397, p.112, ANC; FAJ: 25 nov), ged. Evang. Luthers te Berlijn [Berlin, Duitsland] (Sankt Georgenkirche) op 30 nov 1777 (zo) (@, DTB inv.A611, nr.397, p.112, ANC) 6 Taufzeugen, ovl. (55 jaar oud) op 16 jan 1833 (wo) (FAJ).
tr. (resp. 21 en 31 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ)
met
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC). | |
Opmerkingen bij Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger.
1) Kroniek Hartmann: "Den 15ten Juli 1798 Abends halb sieben Uhr kam die Jaegerin mit einem jungen Sohn in Spören nieder, es war Sonntags, dieses Jahr regieret der Jupiter. So Gott will wird es ein hübsches, frommes Kind, wenn es nicht verderbt wird und kommet in gute Hände. Amen! Amen! Den 8ten August ist er getauft worden, ich als Großmutter habe ihn in Person aus der Taufe gehoben, er heißt Gottlieb Wilhelm (Dies ist Euer Vater. Er starb den 15ten Juni 1865 in Dresden.)." (opm. TJ: de tekst tussen haakjes was gericht aan zijn dochter Elise Dorothea Jäger.).
2) SFJ: Gottlieb Wilhelm Jaeger wurde Sonntag, den 15.VII.1798 7 1/2 abends geboren und und am 8.VIII getauft.
3) SFJ: G.W. Jaeger geht am 20.X.1809 nach Donndorf zum Besuch der dortigen Klosterschule, die er am 3.III.1811 wieder verläßt, um vom 17.IV.1811 ab bis Frühjahr 1814 die Bürgerschule zu Leipzig zu besuchen. Am 13.IV.1814 tritt er als Kaufmannslehrling bei der Firma Ferber & Co. in Naumburg a/S ein. (Er diente als Freiwilliger vom 22/7 1818 bis 22/7 1819.) Vom 31.VIII bis 26.IX.1818 ist G.W. Jaeger zu den militärischen Manövern nach Berlin eingezogen. Als Handlungsdiener ist er dann vom 1.VIII.1819 bei der Firma Wallner u. Falkenburg (Magdeburg?) beschäftigt, wo er im August 1824 Procura erhält. Nachdem er am 16.I.1826 bei Wallner u. Falkenberg ausgeschieden war, assosiert sich G.W. Jaeger am 3.II.1826 mit einem gewissen Herrn Püttner, doch löst sich die Firma alsbald wieder auf. (1827 trat er in das Geschäft von Johann David Förster als Procurist ein und nach einen Jahr als Teilhaber. Damals besaß es sein spätener Schwager Gustav Förster. 1836 trat er seiner Gesundheit wegen wieder aus, ging erst nach Dresden u. kaufte im Herbst das Rittergut Hermsdorf welches er Frühjahr 1845 wieder verkaufte und nach Dresden zog, wo er bis seinem Tode als Privatmann lebte.) Später kaufte er das Rittergut Hermsdorf, das er ungefähr (opm. TJ: dit woord door E.D. Jäger? doorgehaald en vervangen door "31 März") bis 1845 besaß. (opm. TJ: de tussen haakjes geplaatste Duitse tekst is later toegevoegd, waarschijnlijk door Elise Dorothea Jäger. Ook de andere later aangebrachte toevoegingen en correcties in de stamboom van Matthaei zijn waarschijnlijk van haar hand.).
4) TJ: Matthaei gaf voor G.W. Jäger nog een derde voornaam op: Christian. Deze is later doorgehaald door waarschijnlijk Elise Dorothea Jäger.
Opmerkingen bij Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger en Friederike Caroline (Caroline) Förster
1) FAJ: Op 1.11.1834 medeondertekenden G.W. Jäger en zijn echtgenote te Dresden de akte van verdeling van de nalatenschap van Johann David Förster, die op 19.5 .1827 was overleden. Zij "tekenden" door hun naam voluit te schrijven en G.W. Jäger zegelde bovendien met ons familiewapen.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marie Dorothea (Marie) | *1835 | Leipzig [Sachsen, Duitsland] | †1860 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | 24 | 1 | 2 |
2 | Carl Hermann (Hermann) | *1837 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | †1896 | Rotterdam | 59 | 1 | 5 |
3 | Agnes Dorothea (Agnes) | *1840 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | †1889 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | 48 | 0 | 0 |
4 | Mathilde Dorothea (Mathilde) | *1843 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | †1844 | Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] | 1 | 0 | 0 |
5 | Elise Dorothea (Elise) | *1845 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | †1935 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | 89 | 0 | 0 |
6 | Eugen Carl (Eugen) | *1846 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | †1901 | Berlijn [Berlin, Duitsland] | 54 | 1 | 1 |
7 | Carl Curt (Curt) | *1852 | Dresden [Sachsen, Duitsland] | †1879 | Meran [Trentino, Italië] | 26 | 0 | 0 |
>
Marie Dorothea Jäger
| |
in Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2] Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Marie Dorothea (Marie, Dorothea Marie/Maria) Jäger (Jaeger), geb. te Leipzig [Sachsen, Duitsland] op 23 mei 1835 (za) (SFJ), Evang. Luthers, ovl. (24 jaar oud) te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 24 mrt 1860 (za) (@, DTB nr.24, LDS; SFJ), begr. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 27 mrt 1860 (di) (@, DTB nr. 24, LDS). |
- Vader:
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC), tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ).
| |
| |
otr. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 2 aug 1857 (zo) (@, DTB nr. 32, ANC), tr. (resp. 22 en 37 jaar oud) (Evang. Luthers) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 11 aug 1857 (di) (@, DTB nr. 3, ANC; SFJ; LDS)
met
Georg Heinrich (Heinrich) Pfotenhauer, zn. van Dr. Georg Heinrich Pfotenhauer en Auguste Wilhelmine Richter, geb. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 2 sep 1819 (do) (@, DTB p.212 nr.199, ANC; SFJ; LDS), ged. Evang. Luthers te Wittenberg [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 19 sep 1819 (zo) (@, DTB p.212 nr.199, ANC; LDS), Fabrikbesitzer in Spremberg, ovl. (46 jaar oud) te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 19 nov 1865 (zo) (@, DTB, ANC; SFJ; LDS), begr. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 22 nov 1865 (wo) (@, DTB, ANC).
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Georg Wilhelm Ernst | *1858 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | †1859 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | 1 | 0 | 0 |
2 | Dorothea Marie | *1860 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | †1860 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | 0 | 0 | 0 |
>
Georg Heinrich Pfotenhauer
in
Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2]
Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Georg Heinrich (Heinrich) Pfotenhauer, geb. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 2 sep 1819 (do) (@, DTB p.212 nr.199, ANC; SFJ; LDS), ged. Evang. Luthers te Wittenberg [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 19 sep 1819 (zo) (@, DTB p.212 nr.199, ANC; LDS), Fabrikbesitzer in Spremberg, ovl. (46 jaar oud) te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 19 nov 1865 (zo) (@, DTB, ANC; SFJ; LDS), begr. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 22 nov 1865 (wo) (@, DTB, ANC).
otr. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 2 aug 1857 (zo) (@, DTB nr. 32, ANC), tr. (resp. 37 en 22 jaar oud) (Evang. Luthers) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 11 aug 1857 (di) (@, DTB nr. 3, ANC; SFJ; LDS)
met
Marie Dorothea (Marie, Dorothea Marie/Maria) Jäger (Jaeger), dr. van Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf) en Friederike Caroline (Caroline) Förster, geb. te Leipzig [Sachsen, Duitsland] op 23 mei 1835 (za) (SFJ), Evang. Luthers, ovl. (24 jaar oud) te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 24 mrt 1860 (za) (@, DTB nr.24, LDS; SFJ), begr. te Spremberg [Brandenburg, Duitsland] op 27 mrt 1860 (di) (@, DTB nr. 24, LDS). | |
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Georg Wilhelm Ernst | *1858 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | †1859 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | 1 | 0 | 0 |
2 | Dorothea Marie | *1860 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | †1860 | Spremberg [Brandenburg, Duitsland] | 0 | 0 | 0 |
>
Carl Hermann Jäger
| |
in Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2] Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Carl Hermann (Hermann) Jäger, geb. te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] (bij Dresden (Lausa volgens huwelijksakte)) op 14 sep 1837 (do) (SFJ; @, DTB Lausa, ARC: Nachmittags 5 Uhr 4; GK, BR, SAR), ged. Evang. Luthers te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] op 8 okt 1837 (zo) (@, DTB Lausa, ARC: Haustaufe) (getuige: (Taufpathen (verkort):) 1) Marie Auguste Dorothea (Pieschel), Christian Gottlieb Jägers Witwe in Zörbig; 2) Elisa Caecilia (Förster), Hauptmann Simons Ehegattin in Leipzig; 3) Johann Adam Gottlieb Jäger, Kaufmann aus London (in zijn plaats:) Kaufmann Hesse aus Dresden; 4) Karl Riemann, Kaufmann aus Magdeburg), 1e stuurman ter koopvaardij, koopman, kantoorknecht, ovl. (59 jaar oud) te Rotterdam op 10 dec 1896 (do) (@, BS akte 5300, graf nr. 3216, WWW; SFJ; GK, DSR; +). |
Opmerkingen bij Carl Hermann (Hermann) Jäger.
1) TJ: Aan de hand van bewaard gebleven familiepapieren is de levensloop van C.H. Jäger vrij aardig te volgen. Er blijkt een zekere hang naar avontuur uit. Hij paste blijkbaar niet in de koopmanswereld waarin veel familieleden zich bewogen. Een aantal feiten op een rijtje: 1.7, 30.9 en 22.12.1853, rapporten ("Censur") van de Realschule te Neustadt-Dresden met goede beoordelingen; 26 .3.1854 "mit guten Erfolg vaccinirt" te Dresden; 10.4.1854 "ist nach sehr gut bestandner Prüfung in den Lehren des Schriftenthums der feierlichen Bestätigung de Taufbundes und der Theilnahme an dem h. Abendmahle würdig erklärt worden" (katechesatie?); 8 .4.1854, Entlassungs-Zeugniss Classe IIb van de Realschule zu Neustadt-Dresden met een "Hauptcensur: Gut (IIa)"; 30.9.1854 en 31.3.1855, rapporten van de Königliche polytechnische Schule te Dresden met cijfers die bij ons met zessen en zevens corresponderen met in het tweede rapport vermelding van 33 uur ongeoorloofd schoolverzuim! 24.5.1855, Abgangs-Schein van de voornoemde school met de verklaring dat hij 1 jaar onderwijs heeft gevolgd, dus niet afgesloten met een diploma; 24.9.1856, Nederlandse verklaring van J.M.Schut te Hamburg dat C.H. Jäger van 5.9.1855 tot 19.9.1856 bij hem in dienst is geweest als Kajuits. (jongen?) "en zich heeft gedragen als een jongeling van een zeer goed karakter,.
en als in zijn dienst zeer gewilig als op vooruitgang werkende"; 1.4.1857, Zeugniß dat hij van 29.12.1856 tot 1.4.1857 de Königliche Navigationsschule te Grünendeich (bij Hamburg) bezocht met een lovende beoordeling; 24.12.1857, "BefreiungsSchein" waarmee hij voor 200 Thaler zijn dienstplicht afkoopt; 7.6 .1859, verklaring te Amsterdam van gezagvoerder L. Tuk (?) van het Nederlandsche Schip Nieuw Holland dat hij "Eene Reis met . heeft gedaan Naar Nederlandsch Indiën en terug"; 27.11.1860, verklaring van de Waterschout en Havenmeester te Rotterdam dat hij is ontslagen als ligtmatroos op het Ned. Barkschip Johanna Christina, gevoerd door Schipper J.R. de Boer, laatst gekomen van Batavia en dat aan hem zijne verdiende gagie is uitbetaald. Gedrag: goed, Bekwaamheid: goed;.
21.3.1862, soortgelijke verklaring van de Waterschout, ontslagen als ligtmatroos Ned. Barkschip Jacoba Helena, schipper J.J. Swart (!), laatst gekomen van Batavia, gedrag en bekwaamheid heel goed; 11.10.1862, geslaagd te Amsterdam voor het examen voor derde stuurman; 24.9.1865, verklaring te Amsterdam van F.J. Hoffman dat hij op het Ned. Barkschip Margaretha Semantha twee reizen heeft gedaan naar Java en terug naar Amsterdam als derde stuurman, naar genoegen; 7.10.1865, geslaagd te Amsterdam voor het examen voor tweede stuurman voor de Groote Vaart; 24.7.1866, verklaring van Waterschout te Rotterdam van ontslag als derde stuurman op het Ned. Barkschip Fredrik Hendrik, gevoerd door schipper Joh. van Ameijde van Duyn, van Padang, gedrag en bekwaamheid goed;.
30.9.1867, geslaagd te Rotterdam voor het examen voor eerste stuurman voor de Groote Vaart; 4.10.1869, verklaring waterschout te Rotterdam van ontslag als tweede stuurman op het Ned. fregatschip Aeroliet, gevoerd door schipper H.J. van der Eb, laatst gekomen van Soerabaya, zeer goed; 22.4.1871, idem als tweede stuurman Ned. fregatschip Nestor, schipper C.B. Brandligt, van Java, recommendabel; 4.5.1872, idem als tweede stuurman Ned. fregatschip Nestor, schipper W.F. Pannekoek, van Java, zeer goed, datum van monstering 11.5.1871; 24.10.1873, idem als eerste stuurman Ned. fregatschip Industrie, schipper A.M . van Staalen, van Java, datum monstering 8.8.1872, ontslag 23.10.1873. Dit lijkt het einde van zijn zeemansloopbaan te zijn. Er zijn geen bewijzen dat hij na.
1873 nog reizen heeft gemaakt. Hij was toen 36 en werd op 6.11.1873 ingeschreven in het bevolkingsregister van Rotterdam. Op 16.4.1874 volgde zijn huwelijk met Sophia Margaretha Jansen. Zij kregen 5 kinderen. Hij stierf op 10.12.1896, 59 jaar oud, in een huis aan de Coolsingel. (opm.: het merkwaardige feit doet zich voor dat C.H. Jäger in Nederland bij het bevolkingsregister van Rotterdam als Carl Hermann was ingeschreven maar bij de Burgerlijke Stand als Karel Hermann bekend stond!).
2) @,SAA: Op 28 feb 1863 werd hij ingeschreven in het Amsterdamse Vreemdelingenregister.
- Vader:
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC), tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ).
| |
tr. (resp. 36 en 31 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 16 apr 1874 (do) (@, BS akte 294, DSR, LDS; SFJ), kerk.huw. (Evang. Luthers) te Rotterdam (Lutherse Kerk) op 16 apr 1874 (do) (bijbel)
met
Sophia Margaretha Jansen, dr. van Cornelis Jansen (timmerman) en Gerritje Abendroth, geb. te Rotterdam op 3 mrt 1843 (vr) (@, BS akte 531, LDS, WWW; SFJ; GK, DSR), Evang. Luthers, ovl. (76 jaar oud) te Rotterdam op 28 feb 1920 (za) (@, BS akte 1313, graf nr. 816, LDS, WWW; SFJ; GK, DSR; +), begr. te Rotterdam op 2 mrt 1920 (di) (+), tr. (resp. 18 en 31 jaar oud) (1) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 13 nov 1861 (wo) (BS akte 814) met Jan Koreman. Uit dit huwelijk een dochter. | |
Opmerkingen bij Carl Hermann (Hermann) Jäger en Sophia Margaretha Jansen
1) TJ: Sophia Margaretha Jansen huwde eerder met Jan Koreman. Uit dit huwelijk is één kind geboren: Jacoba Caroline Koreman. Zij huwde met Dirk van de Lindt, die na het overlijden van C.H. Jäger, op 8.2.1897 toeziend voogd werd over de toen nog minderjarige vier kinderen. De familie woonde in Rotterdam op het adres Regter Rottekade 69-5 en vanaf enig moment na het overlijden van C.H. Jäger op het adres Bergweg 105b. Op dit laatste adres is S.M. Jansen overleden.
2) TJ: De woning Rechter Rottekade 69-5 was gekocht door Cornelis Jansen, vader van S . M. Jansen, op 4.9.1851 en maakte deel uit van een complex van 10 boven- en benedenwoningen en erf met open plaats aan de Rechter Rottekade no. 69-2-3-4 -5-6. Op één benedenwoning in eigen gebruik na werden deze verhuurd voor f 1,50 per week elk. Hij kocht ook een pand en erf met 12 boven- en benedenwoningen aan de Vriendelaan no. 19, tesamen verhuurd voor f 20,30 per week. S.M. Jansen erfde als enig kind dit alles. C.H. Jäger breidde dit bezit uit op 14.7.1881 met twee stukken grond aan de Vriendenlaan die hij liet bebouwen met een dubbel pand no. 9 en 11, die verhuurd werden in 8 percelen tesamen voor f 16,30.
Verder kocht hij op 1.2.1896 vier huizen aan de Gerard Scholtenstraat no. 30, 32 en 34 en op de hoek van de Tweede Pijnackerstraat no. 3, gedeeltelijk verhuurd voor f 101,-- per maand en gedeeltelijk voor f 10,25 per week. Na zijn dood erfden S.M. Jansen, haar dochter uit haar eerste huwelijk (de boedel van Jan Koreman was nog niet verdeeld!) en haar vier kinderen uit haar tweede huwelijk dit bezit.
S.M. Jansen kocht op 1.2.1904 de huizen aan de Claes de Vriezelaan no. 136 en 138 (nu resp. 116 en 118) in de toen nog zelfstandige gemeente Delfshaven. Het eerder genoemde bezit is toen waarschijnlijk verkocht. Na haar dood erfden haar kinderen Caroline Wilhelmine no. 116 en Cornelia Sophia en Karl Curt no. 118, ieder voor de helft. Nadat de twee zusters overleden waren kwamen de twee huizen in bezit van de twee broers Herman Wilhelm (nr. 118) en Karl Curt (nr. 116).
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
>
Sophia Margaretha Jansen
| |
in Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2] Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Sophia Margaretha Jansen, geb. te Rotterdam op 3 mrt 1843 (vr) (@, BS akte 531, LDS, WWW; SFJ; GK, DSR), Evang. Luthers, ovl. (76 jaar oud) te Rotterdam op 28 feb 1920 (za) (@, BS akte 1313, graf nr. 816, LDS, WWW; SFJ; GK, DSR; +), begr. te Rotterdam op 2 mrt 1920 (di) (+). |
- Vader:
Cornelis Jansen, zn. van Jonas Jansen (pakhuisknecht, bediende) en Leentje Broekhuizen, geb. te Rotterdam op 26 mei 1820 (vr) (@, BS akte 987, ARA: won. Goudschenweg N205;), timmerman, ovl. (56 jaar oud) te Rotterdam op 27 jun 1876 (di) (@, BS akte 2207, ARA: won. Regter Rottekade), tr. (resp. 22 en 24 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 7 dec 1842 (wo) (@, BS akte 584 (folio 177), ARA).
- Moeder:
Gerritje Abendroth, dr. van Johann George Christian Abendroth (arbeider, suikerraffinadeurs-, suikerbakkersknegt, spinner) en Sophia Margaretha Vos, geb. te Rotterdam op 7 mrt 1818 (za) (@, BS akte 354, ARA: won. Boschlaan P63), ovl. (75 jaar oud) te Rotterdam op 28 feb 1894 (wo) (@, BS akte 999, LDS: grafnr. 807, won. Rechter Rottekade).
tr. (resp. 18 en 31 jaar oud) (1) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 13 nov 1861 (wo) (BS akte 814)
met
Jan Koreman (Kooreman), zn. van Isaac Koreman en Jannetje Mieremet, geb. te Leiden op 3 mei 1830 (ma) (BS akte 503), telegrafist, ovl. (35 jaar oud) te Rotterdam op 13 sep 1865 (wo) (BS akte 2734: "in een stoomboot liggende aan de Oosterkade").
Uit dit huwelijk een dochter:
tr. (resp. 31 en 36 jaar oud) (2) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 16 apr 1874 (do) (@, BS akte 294, DSR, LDS; SFJ), kerk.huw. (Evang. Luthers) te Rotterdam (Lutherse Kerk) op 16 apr 1874 (do) (bijbel)
met
Carl Hermann (Hermann) Jäger, zn. van Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf) en Friederike Caroline (Caroline) Förster, geb. te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] (bij Dresden (Lausa volgens huwelijksakte)) op 14 sep 1837 (do) (SFJ; @, DTB Lausa, ARC: Nachmittags 5 Uhr 4; GK, BR, SAR), ged. Evang. Luthers te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] op 8 okt 1837 (zo) (@, DTB Lausa, ARC: Haustaufe) (getuige: (Taufpathen (verkort):) 1) Marie Auguste Dorothea (Pieschel), Christian Gottlieb Jägers Witwe in Zörbig; 2) Elisa Caecilia (Förster), Hauptmann Simons Ehegattin in Leipzig; 3) Johann Adam Gottlieb Jäger, Kaufmann aus London (in zijn plaats:) Kaufmann Hesse aus Dresden; 4) Karl Riemann, Kaufmann aus Magdeburg), 1e stuurman ter koopvaardij, koopman, kantoorknecht, ovl. (59 jaar oud) te Rotterdam op 10 dec 1896 (do) (@, BS akte 5300, graf nr. 3216, WWW; SFJ; GK, DSR; +). | |
Opmerkingen bij Carl Hermann (Hermann) Jäger.
1) TJ: Aan de hand van bewaard gebleven familiepapieren is de levensloop van C.H. Jäger vrij aardig te volgen. Er blijkt een zekere hang naar avontuur uit. Hij paste blijkbaar niet in de koopmanswereld waarin veel familieleden zich bewogen. Een aantal feiten op een rijtje: 1.7, 30.9 en 22.12.1853, rapporten ("Censur") van de Realschule te Neustadt-Dresden met goede beoordelingen; 26 .3.1854 "mit guten Erfolg vaccinirt" te Dresden; 10.4.1854 "ist nach sehr gut bestandner Prüfung in den Lehren des Schriftenthums der feierlichen Bestätigung de Taufbundes und der Theilnahme an dem h. Abendmahle würdig erklärt worden" (katechesatie?); 8 .4.1854, Entlassungs-Zeugniss Classe IIb van de Realschule zu Neustadt-Dresden met een "Hauptcensur: Gut (IIa)"; 30.9.1854 en 31.3.1855, rapporten van de Königliche polytechnische Schule te Dresden met cijfers die bij ons met zessen en zevens corresponderen met in het tweede rapport vermelding van 33 uur ongeoorloofd schoolverzuim! 24.5.1855, Abgangs-Schein van de voornoemde school met de verklaring dat hij 1 jaar onderwijs heeft gevolgd, dus niet afgesloten met een diploma; 24.9.1856, Nederlandse verklaring van J.M.Schut te Hamburg dat C.H. Jäger van 5.9.1855 tot 19.9.1856 bij hem in dienst is geweest als Kajuits. (jongen?) "en zich heeft gedragen als een jongeling van een zeer goed karakter,.
en als in zijn dienst zeer gewilig als op vooruitgang werkende"; 1.4.1857, Zeugniß dat hij van 29.12.1856 tot 1.4.1857 de Königliche Navigationsschule te Grünendeich (bij Hamburg) bezocht met een lovende beoordeling; 24.12.1857, "BefreiungsSchein" waarmee hij voor 200 Thaler zijn dienstplicht afkoopt; 7.6 .1859, verklaring te Amsterdam van gezagvoerder L. Tuk (?) van het Nederlandsche Schip Nieuw Holland dat hij "Eene Reis met . heeft gedaan Naar Nederlandsch Indiën en terug"; 27.11.1860, verklaring van de Waterschout en Havenmeester te Rotterdam dat hij is ontslagen als ligtmatroos op het Ned. Barkschip Johanna Christina, gevoerd door Schipper J.R. de Boer, laatst gekomen van Batavia en dat aan hem zijne verdiende gagie is uitbetaald. Gedrag: goed, Bekwaamheid: goed;.
21.3.1862, soortgelijke verklaring van de Waterschout, ontslagen als ligtmatroos Ned. Barkschip Jacoba Helena, schipper J.J. Swart (!), laatst gekomen van Batavia, gedrag en bekwaamheid heel goed; 11.10.1862, geslaagd te Amsterdam voor het examen voor derde stuurman; 24.9.1865, verklaring te Amsterdam van F.J. Hoffman dat hij op het Ned. Barkschip Margaretha Semantha twee reizen heeft gedaan naar Java en terug naar Amsterdam als derde stuurman, naar genoegen; 7.10.1865, geslaagd te Amsterdam voor het examen voor tweede stuurman voor de Groote Vaart; 24.7.1866, verklaring van Waterschout te Rotterdam van ontslag als derde stuurman op het Ned. Barkschip Fredrik Hendrik, gevoerd door schipper Joh. van Ameijde van Duyn, van Padang, gedrag en bekwaamheid goed;.
30.9.1867, geslaagd te Rotterdam voor het examen voor eerste stuurman voor de Groote Vaart; 4.10.1869, verklaring waterschout te Rotterdam van ontslag als tweede stuurman op het Ned. fregatschip Aeroliet, gevoerd door schipper H.J. van der Eb, laatst gekomen van Soerabaya, zeer goed; 22.4.1871, idem als tweede stuurman Ned. fregatschip Nestor, schipper C.B. Brandligt, van Java, recommendabel; 4.5.1872, idem als tweede stuurman Ned. fregatschip Nestor, schipper W.F. Pannekoek, van Java, zeer goed, datum van monstering 11.5.1871; 24.10.1873, idem als eerste stuurman Ned. fregatschip Industrie, schipper A.M . van Staalen, van Java, datum monstering 8.8.1872, ontslag 23.10.1873. Dit lijkt het einde van zijn zeemansloopbaan te zijn. Er zijn geen bewijzen dat hij na.
1873 nog reizen heeft gemaakt. Hij was toen 36 en werd op 6.11.1873 ingeschreven in het bevolkingsregister van Rotterdam. Op 16.4.1874 volgde zijn huwelijk met Sophia Margaretha Jansen. Zij kregen 5 kinderen. Hij stierf op 10.12.1896, 59 jaar oud, in een huis aan de Coolsingel. (opm.: het merkwaardige feit doet zich voor dat C.H. Jäger in Nederland bij het bevolkingsregister van Rotterdam als Carl Hermann was ingeschreven maar bij de Burgerlijke Stand als Karel Hermann bekend stond!).
2) @,SAA: Op 28 feb 1863 werd hij ingeschreven in het Amsterdamse Vreemdelingenregister.
Opmerkingen bij Carl Hermann (Hermann) Jäger en Sophia Margaretha Jansen
1) TJ: Sophia Margaretha Jansen huwde eerder met Jan Koreman. Uit dit huwelijk is één kind geboren: Jacoba Caroline Koreman. Zij huwde met Dirk van de Lindt, die na het overlijden van C.H. Jäger, op 8.2.1897 toeziend voogd werd over de toen nog minderjarige vier kinderen. De familie woonde in Rotterdam op het adres Regter Rottekade 69-5 en vanaf enig moment na het overlijden van C.H. Jäger op het adres Bergweg 105b. Op dit laatste adres is S.M. Jansen overleden.
2) TJ: De woning Rechter Rottekade 69-5 was gekocht door Cornelis Jansen, vader van S . M. Jansen, op 4.9.1851 en maakte deel uit van een complex van 10 boven- en benedenwoningen en erf met open plaats aan de Rechter Rottekade no. 69-2-3-4 -5-6. Op één benedenwoning in eigen gebruik na werden deze verhuurd voor f 1,50 per week elk. Hij kocht ook een pand en erf met 12 boven- en benedenwoningen aan de Vriendelaan no. 19, tesamen verhuurd voor f 20,30 per week. S.M. Jansen erfde als enig kind dit alles. C.H. Jäger breidde dit bezit uit op 14.7.1881 met twee stukken grond aan de Vriendenlaan die hij liet bebouwen met een dubbel pand no. 9 en 11, die verhuurd werden in 8 percelen tesamen voor f 16,30.
Verder kocht hij op 1.2.1896 vier huizen aan de Gerard Scholtenstraat no. 30, 32 en 34 en op de hoek van de Tweede Pijnackerstraat no. 3, gedeeltelijk verhuurd voor f 101,-- per maand en gedeeltelijk voor f 10,25 per week. Na zijn dood erfden S.M. Jansen, haar dochter uit haar eerste huwelijk (de boedel van Jan Koreman was nog niet verdeeld!) en haar vier kinderen uit haar tweede huwelijk dit bezit.
S.M. Jansen kocht op 1.2.1904 de huizen aan de Claes de Vriezelaan no. 136 en 138 (nu resp. 116 en 118) in de toen nog zelfstandige gemeente Delfshaven. Het eerder genoemde bezit is toen waarschijnlijk verkocht. Na haar dood erfden haar kinderen Caroline Wilhelmine no. 116 en Cornelia Sophia en Karl Curt no. 118, ieder voor de helft. Nadat de twee zusters overleden waren kwamen de twee huizen in bezit van de twee broers Herman Wilhelm (nr. 118) en Karl Curt (nr. 116).
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
>
Agnes Dorothea Jäger
| |
in Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2] Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Agnes Dorothea (Agnes) Jäger, geb. te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] op 20 dec 1840 (zo) (SFJ), ged. te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] op 27 jan 1841 (wo) (@, Haustaufe) (getuige: (Taufpathen:) 1) Dorothea Auguste verwittwete Schneider geb. Jäger in Magdeburg, vertreten durch Dorothea Wilhelmine Reuter; 2) Emma Dorothea verehelichte Schubart geb. Jäger aus Dresden; 3) Johann Gustav Förster in Leipzig, vertreten durch des Kindes Vater), ovl. (48 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 17 dec 1889 (di) (SFJ). |
Opmerkingen bij Agnes Dorothea (Agnes) Jäger.
1) Zij werd op 18.3.1856 in de Königl. Sächs. Evangelische Hofkirche bevestigd ("confirmirt"). Zij bleef ongehuwd.
- Vader:
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC), tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ).
| |
>
Mathilde Dorothea Jäger
in
Kwartierstaat van Tjebbe Jäger [2]
Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Mathilde Dorothea (Mathilde) Jäger, geb. te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] op 26 mrt 1843 (zo) (SFJ), ged. te Lausa [Sachsen, Duitsland] op 4 jun 1843 (zo) (@) (getuigen: (Taufpathen:) 1) Mathilde Dorothea Rudolphi, des Herrn Rudolphi aus Dammendorf en Schwerz Ehegattin; 2) Caroline Emilie Lippold aus Dresden; 3) Carl Denecke, Kaufmann aus Magdeburg), ovl. (1 jaar oud) te Hermsdorf [Sachsen, Duitsland] op 26 apr 1844 (vr) (@, früh 3 Uhr, ursache Athrophie und Abzehrung; SFJ: 25 mrt 1844), begr. te Lausa [Sachsen, Duitsland] (Friedhof, nu in Weixdorf) op 29 apr 1844 (ma).
- Vader:
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC), tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ).
| |
>
Opmerkingen bij Elise Dorothea (Elise) Jäger.
1) E.D. Jäger werd op 12.8.1845 in de kerk van Neustadt Dresden gedoopt. Peten waren: 1) Louise Dorothea Gottschaldt, Kaufmanns in Magdeburg Gattin, 2) Karl Friederich Schuchard, Stadtrath in Magdeburg en 3) Friederike Auguste Günther, Professors Dr. med. Gattin in Leipzig..
2) Zij werd op 26.3.1861 in de Königl. Sächs. Evangelische Hofkirche te Dresden bevestigd ("confirmirt")..
3) Ongehuwd gebleven. (opm. na Gottschaldt: geb. Jäger).
- Vader:
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC), tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ).
| |
>
- Vader:
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC), tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ).
| |
tr. (resp. 44 en 30 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 21 mrt 1891 (za) (@, ANC, akte 215; SFJ)
met
Uit dit huwelijk een dochter:
>
tr. (resp. 30 en 44 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 21 mrt 1891 (za) (@, ANC, akte 215; SFJ)
met
Uit dit huwelijk een dochter:
>
Opmerkingen bij Carl Curt (Curt) Jäger.
1) TJ: Ongehuwd gebleven.
- Vader:
Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Jaeger), zn. van Christian Gottlieb (Gottlieb) Jäger (Kaufmann, Rittergutsbesitzer, Besitzer Schnupftabackfabrik 'Dorotheenhof' in Zörbig) en Auguste Maria Dorothea (Dörthe) Pieschel, geb. te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 15 jul 1798 (zo) (@, DTB Spören; SFJ; FAJ), ged. Evang. Luthers te Spören [Sachsen-Anhalt, Duitsland] op 8 aug 1798 (wo) (@, DTB Spören, eigen foto; SFJ) (getuige: 12! Transcriptie moet nog gebeuren), Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf, ovl. (67 jaar oud) te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 15 jun 1865 (do) (@, DTB, ANC; SFJ), begr. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 18 jun 1865 (zo) (@, DTB, ANC), tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) (Evang. Luthers) te Kleinzschocher [Sachsen, Duitsland] op 24 okt 1829 (za) (SFJ).
| |
>
- Vader:
Eugen Carl (Eugen, Carl Eugen) Jäger (Jaeger), zn. van Gottlieb Wilhelm (Wilhelm) Jäger (Kaufmann, Besitzer Rittergut Hermsdorf) en Friederike Caroline (Caroline) Förster, geb. te Dresden [Sachsen, Duitsland] op 4 okt 1846 (zo) (SFJ), ingenieur bij de spoorwegen, ovl. (54 jaar oud) te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 30 mrt 1901 (za) (SFJ), tr. (resp. 44 en 30 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 21 mrt 1891 (za) (@, ANC, akte 215; SFJ).
| |
tr. (resp. 23 en 27 jaar oud) te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 20 mrt 1915 (za) (@, akte 230, ANC; SFJ: 21 mrt 1919)
met
Dr. Jur. Erich Prillwitz, zn. van Emil Ferdinand Paul Prillwitz en Karoline Elisabeth Schulz, geb. te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 23 dec 1887 (vr) (@, akte 2254, ANC; Landesarchiv Berlin; SFJ: alleen 23.XII.18), Kaufmann (1916-1918), Rechtsanwalt (1919), Prokurist (1922-1925) te Berlijn (Friedenau) (Verwaltungs-Angestellter). | |
Opmerkingen bij Dr. Jur. Erich Prillwitz.
1) TJ: Zijn proefschrift was: Der Begriff und die Anwendbarkeit der Arglisteinrede im Zivilprozessverfahren, Prillwitz, Erich, Berlin, Frensdorf, 1914, 67 blz.
Opmerkingen bij Erich Prillwitz en Dorothea Irene (Irene) Jäger
1) Adresboeken bij Zentral- und Landesbibliothek Berlin: Hebben gewoond Schöneberg (Friedenau), Kaiserallee 133 III Berlijn, T. Rheing. 9118 van 1919 tot 1933 en Steglitz (Lichterfelde), Moltkestraße 18 Berlijn van 1933 tot tenminste 1936.
2) Landesarchiv Berlin: Het laatste adres in Berlijn was Wilmersdorf, Hildegardstr. 2a bei Schmidt. Op 5.3.1953 vertrokken naar Duisburg, Parkstr. 9 (DDR ontvlucht?).
>
Erich Prillwitz
| |
in Parenteel van Hanß Jäger [4710].
Dr. Jur. Erich Prillwitz, geb. te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 23 dec 1887 (vr) (@, akte 2254, ANC; Landesarchiv Berlin; SFJ: alleen 23.XII.18), Kaufmann (1916-1918), Rechtsanwalt (1919), Prokurist (1922-1925) te Berlijn (Friedenau) (Verwaltungs-Angestellter). |
Opmerkingen bij Dr. Jur. Erich Prillwitz.
1) TJ: Zijn proefschrift was: Der Begriff und die Anwendbarkeit der Arglisteinrede im Zivilprozessverfahren, Prillwitz, Erich, Berlin, Frensdorf, 1914, 67 blz.
tr. (resp. 27 en 23 jaar oud) te Berlijn [Berlin, Duitsland] op 20 mrt 1915 (za) (@, akte 230, ANC; SFJ: 21 mrt 1919)
met
Opmerkingen bij Erich Prillwitz en Dorothea Irene (Irene) Jäger
1) Adresboeken bij Zentral- und Landesbibliothek Berlin: Hebben gewoond Schöneberg (Friedenau), Kaiserallee 133 III Berlijn, T. Rheing. 9118 van 1919 tot 1933 en Steglitz (Lichterfelde), Moltkestraße 18 Berlijn van 1933 tot tenminste 1936.
2) Landesarchiv Berlin: Het laatste adres in Berlijn was Wilmersdorf, Hildegardstr. 2a bei Schmidt. Op 5.3.1953 vertrokken naar Duisburg, Parkstr. 9 (DDR ontvlucht?).
>
- Vader:
Carl Hermann (Herman) Jäger, zn. van Karl Curt (Karel) Jäger (kantoorbediende) en Willemina Maria (Mien) Vreeze, geb. te Rotterdam op 16 mei 1903 (za) (BS akte 4862; GK; PK), klerk, (adj.)commies(1e) gem. gasfabriek, ovl. (65 jaar oud) te Rotterdam op 12 feb 1969 (wo) (+; PK), gecr. te 's-Gravenhage (Ockenburg) op 17 feb 1969 (ma) (+), tr. (beiden 20 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Rotterdam op 28 jun 1923 (do) (+; BS akte ., WWW, DSR; GK; PK).
| |
tr. (resp. 31 en 24 jaar oud) te Voorburg op 1 sep 1951 (za) (FI; PL, CBG)
met
Engelbertha (Bep) Draafsel, dr. van Cornelis Gerrit Draafsel en Pieternella van Kuilenburg, geb. te Wassenaar op 6 apr 1927 (wo) (FI; FA †; PL, CBG), ovl. (83 jaar oud) te Blaricum op 11 jul 2010 (zo) (+; PL, CBG), begr. te Blaricum (Alg. begraafplaats De Woensberg) op 15 jul 2010 (do) (+).
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
>