Jäger, Rappard, Bauermann, Rietbergen e.a.
Occa Ewen
Occa Ewen, geb. tussen 1402 en 1403, ged. (?), ovl. (ongeveer 69 jaar oud) vermoedelijk te Jemgum [Niedersachsen, Duitsland] na 1471.

Opmerkingen bij Occa Ewen.
Occa werd vermoedelijk na de dood van haar man non in het klooster van Jemgum. Zie daarvoor het artikel in 'Quellen und Forschungen' 1998/1 door mevrouw Busemann.

tr.
met

Erd Wylfzena ost tho der Soltborg, zn. van Wyleff Nn en Nn Nn, geb. circa 1416, Landbesitzer und 'Burman' in Bingum, Holtgaste, Bentumer Hammrich und Soltborg, ovl. (hoogstens 44 jaar oud) voor 1460.

Opmerkingen bij Erd Wylfzena ost tho der Soltborg.
Genoemd van 1436 tot 1449. Onder andere ondertekent hij een oorkonde van 01-09-1436, waarin  de verkoop van het "Gut Tyarda hamryk" door het klooster te Termunten aan het Johannieter-klooster te Jemgum geregeld wordt. In een overeenkomst van 23-07-1437 regelt het Johannieter-klooster te Jemgum de betaling van pacht aan de gebroeders 'Melyff en Focko' voor "Syuwerynga". Ook hieronder staat de handtekening van Erd Wylfs Ost tho der Soltborch.In 10-02-1449 ondertekent hij een oorkonde, waarin onenigheden tussen de pastoor van Bingum en het klooster van Termunten beslecht worden.
De Soltborg was 'ein von altersher adligfreier, rossdienstpflichtiger Herd'. Het ligt noordwestelijk van Bingum.
In 'Quellen und Forschungen'1998/1 staat een zeer lezenswaardig artikel over de geschiedenis van deze borg en haar bewoners. Daaruit het volgende:.
"Deze Erd, die veel stukken van het klooster mede-ondertekent, noemt zich soms Erd Wielfs Ost, dan weer Erd Wyleffs of Erd Wylfzena. Hij wordt 'burman' genoemd, maar heeft meer weg van een man met gezag. Hij is ook de schrijfkunst machtig en dat was lang niet iedereen omstreeks 1400. Hij is eigenaar van landerijen in Bingum, Holtgaste, Bentumer Hammrich en Soltborg"
.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heuwe*1420  †1471 Jemgum [Niedersachsen, Duitsland] 51
Haike*1436     
Wyleff*1436     
Bawe*1436     
Ost*1436     
Erd*1436     


Wiard Ewinga
Wiard Ewinga, geb. tussen 1344 en 1356.

Opmerkingen bij Wiard Ewinga.
Genoemd 1453 en 1462.


Nn Absna
Nn Absna, geb. tussen 1419 en 1438.

tr.
met

Wyard Hiskana, geb. tussen 1404 en 1444, wonende te Weener.

Opmerkingen bij Wyard Hiskana.
Ook Wyard zegelt met een leliewapen, dat ook als helmteken een lelie vertoont.


Tammo Ewinga
Tammo Ewinga, geb. tussen 1344 en 1356.

Opmerkingen bij Tammo Ewinga.
Genoemd 1437.


Mevende Ewinga
Mevende Ewinga, geb. tussen 1345 en 1356.

tr.
met

Autet von Rhaude, geb. tussen 1332 en 1372, ovl. (hoogstens 107 jaar oud) voor 12 mrt 1439 (di).


Nn von Rheide
Nn von Rheide, geb. tussen 1302 en 1320.

tr.
met

Enno Widena, geb. tussen 1290 en 1311.

Opmerkingen bij Enno Widena.
Bewooonde de "Burg Upgant" (G. Schwichow, OMA 8/91).


Nn Nn
Nn Nn, geb. tussen 1272 en 1280.

tr. (hoogstens 18 jaar oud) circa 1290
met

Eggerick Addinga, geb. te Reiderland [Niedersachsen, Duitsland], hoofdeling (in Reiderland?).

Opmerkingen bij Eggerick Addinga.
Wapen van Haye Addinga (ongetwijfeld ontleend aan zijn moeder Margaretha Ripperda), overleden 30 maart 1492: In blauw een geharnaste galopperende man te paard, zwaaiend met een zwaard boven de gepluimde helm, alles van goud. Helmteken: een uitkomende draak met opgeheven vlucht.
Dit wapen komt, behalve bij de geslachten Tho Nansum en Ripperda (die vermoedelijk uit een stam voortkomen) volgens mevr. Ramm te Aurich ook in Oostfriesland meermalen voor. Overigens voerde Haye's vader, Egge, een leeuw als wapen. Dus dat is het oorspronkelijke wapen der Addinga's) De Addinga's worden, volgens o.a. Abel Eppens in zijn kroniek (16e eeuw) in tegenstelling tot vele andere aanzienlijke geslachten, niet hoofdeling of heerschap genoemd maar 'jonker', evenals de Ripperda's en de Onsta's. Zij behoorden tot "de oldsten".
In Feenstra's "Adel": 'Al dezen (de Addinga's), de Ewsums, Manninga's en Ripperda's werden rond 1500 beschouwd als hoofdelingen van bijzondere rang, als "adel". Zij waren de enigen, die als "erentfest" werden aangeduid'.
Volgens een artikel in "Westerwolde" 1993/2, blz. 254-162 zouden de Addinga's uit de buurt van NORDEN stammen, waar de Addingaborg gevonden zou zijn.In "Westerwolde" 1992; bladz. 35 vv. is door de heer Schrage een heel artikel aan deze familie gewijd. Daarin onder andere: "...De veldnaam 'Addinggaste' komt voor ten zuiden van de stad Norden. Het is logisch daar de woonplaats van een familie Addinga te zoeken. In die streek hebben rond 1350 overstromingen grote veranderingen teweeg gebracht. Ook de 'Addinggaste' moet toen tenonder zijn gegaan. De Addinga's trokken zich terug naar het oosten, op hoger gelegen land.
Aanwijsbaar zijn daar twee borgplaatsen, waarvan een die van Addinga zou kunnen zijn, meent dr. Ramm.
Nadat de overstromingen de landerijen verwoest hadden, vond daar later kleiafzetting plaats, zodat na dijkbouw en ontwatering sind 1559 het land weer bruikbaar werd. Het is niet bekend of daar toen nog Addinga's woonden.
Dat in de stad Norden een familie Addinga vertegenwoordigd was in 1322 vermeldt Ubbo Emmius: Tyrling Addinga, een der drie burgemeester (consules) van Norden.
In F.J. Klee "Geschichtliches und Kirchengeschichtliches aus Ostfriesland" Band I; bladz. 63: 'In dieser Zeit, als sich überall in Ostfriesland die Häuptlingsherrschafften bildeten, war auch in Osterreide ein Häuptlingsgeschlecht ansässig. Für die Kinder eines dieser Häuptlinge garantieren im Jahre 1413 der Propst Hisko von Emden und der Häuptling Hayo Addinges von Westerwolde deren ungestörtes Besitz ihrer ererbten Grundstücke, Häuser und Rechte".
In 'Westerwolde' Jaarg. 22, nr. 4 is ook een hoofdstuk aan de Addinga's gewijd
.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adde Eggericks*1290     


Udo Tiadeka
Udo Tiadeka (?), geb. circa 1245 (Zie sites van Gedbas en Bernd Josef Jansen).

Opmerkingen bij Udo Tiadeka.
Land und Sitz auf der hohen Wurt von Langen aus der Zeit vor dem Deichbau (10. Jh.), Stifter der Kirche? Streubesitz im Umland s.o.
Cousine: wahrscheinlich Tiadeka, die Tochter eines Haye (Tiadena aus Pilsum?),oo Ulrekesna, Sitat, genannt Hayena, 1309/10 Sprecher des Norderlandes, Grosseltern der Tiadeka von Berum oo Beninga, Affo, Häuptling von Pilsum, Manslagt, Norderland: ihre Nachfahren Cirksena, Grafen zu Ostfriesland. (Ostfriesische Urkunde 44)
.

tr.
met

Nn Nn.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ulbod*1269     
Tiado*1270  †1320  50


Haiko Udenga
Haiko Udenga, geb. circa 1220 (Zie sites Gedbas en Bernd Josef Jansen), ovl. (minstens 45 jaar oud) na 1265.

Opmerkingen bij Haiko Udenga.
Haiko Udenga, 1265 Richter in Norden und seine Kollegen Reiner Egeramus und Hikko Idzinga ("die von vornehmer Herkunft waren"), stellen mit Zustimmung des Volkes dem Dominikanerorden in Marienthal ("ein Ort lieblich und fruchtbar") ein Grundstück für die Kirche mit der alten Münzwerkstatt als Wohnung zur Verfügung.
"Die neue Einrichtung gefiel, weil sie sich dazu bekannten, die Armut und die Arbeit zu lehren, der sich die übrigen Mönche schon entzogen hatten." (Ubbo Emmius 164).
Von hier aus wird 1350 (Pest) das Kloster Östringfelde wieder aufgebaut und einem Kollegium von Jungfrauen geweiht. (Ubbo Emmius 203).
Haiko Udenga stamt mogelijk af van Liudprondus (=Lubbe) de Friesia en Thiadulf:.
Liudprondus schenkt 1061 der Bremer Kirche zu seinem, seiner Gattin Ige, seiner Eltern Wibert (= Wibet), Reinwl (= Reinolda, Rineld) und seiner Voreltern Seelenheil von seinem Erbgut bei Orschem .. Land im Pachtwert von 1 Pfund Silber/a; evtl. der Butjadinger Küstenhafen Otzum, den das Stader Kopiar 1420 nennt.
Bei A. Salomon: May, Regesten, Nr. 262.
Thiadulf, in 792 Fischer/Viehzüchter/Weber/ Bauernhändler auf der Wurt der früheren Insel Gross-Campen in der jungen Marsch, lässt sich, als einer der ersten Ostfriesen, in Campen taufen und vermacht dem friesischen Missionar Liudger, dem späteren Bischof von Münster, zu Gründung und Unterhalt des Klosters Werden ein Zehntel seines ganzen Besitzes.
(Ursprung der Stadt Dortmund).
II. Urbar A. par. 22a, Zeile 29; Benediktiner Kloster Werden an der Ruhr.
Thiadulf, nun Begleiter Liudgers, bezeugt am 22.3.793 eine Schenkung des Lüdger (Sohn Redgars) in Wichmund an der IJssel zugunsten des Klostergründers und ist an der Errichtung beteiligt.
Westfälische Urkunde 2
.

tr.
met

Nn Nn, geb. circa 1225.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Udo*1245     
Thyadolfus*1260     


Arij van den Eelaart
Arij van den Eelaart, geb. te Schiedam circa 1777 (GN), schipper, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Schiedam in 1837 (GN).

tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 20 jaar oud) te Schiedam in 1802 (GN)
met

Adriana Timmermans, geb. circa 1782 (GN), winkelierster, ovl. (ongeveer 84 jaar oud) te Schiedam in 1866 (GN).

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1803 Schiedam    
Geertruij*1804 Schiedam    
Adrianus*1807 Schiedam †1871  63
Arij*1809 Schiedam    
Pieter*1814     
Adriana*1820 Schiedam    
Pieternella*1822 Schiedam    
Maria*1824 Schiedam    


Adriana Timmermans
Adriana Timmermans, geb. circa 1782 (GN), winkelierster, ovl. (ongeveer 84 jaar oud) te Schiedam in 1866 (GN).

tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 25 jaar oud) te Schiedam in 1802 (GN)
met

Arij van den Eelaart, zn. van Gerrit van den Eelaart en Jannetje van Bree, geb. te Schiedam circa 1777 (GN), schipper, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Schiedam in 1837 (GN).

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1803 Schiedam    
Geertruij*1804 Schiedam    
Adrianus*1807 Schiedam †1871  63
Arij*1809 Schiedam    
Pieter*1814     
Adriana*1820 Schiedam    
Pieternella*1822 Schiedam    
Maria*1824 Schiedam    


Martinus Timmermans
Martinus Timmermans, koopman, ovl. te Schiedam op 31 aug 1841 (di) (bron: bijlage huwelijksakte 1842).

tr.
met

Joanna Maria Hermans (Herman), winkelierster.

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertrui*1808 Schiedam    
Sijtje Elisabeth*1810 Schiedam    
Adriana*1813 Schiedam    
Adrianus*1815 Schiedam    
Johanna Jacoba*1818 Schiedam    
Cornelia Maria*1823 Schiedam    
Martinus*1825 Schiedam    
Johanna Maria*1828 Schiedam    


Joanna Maria Hermans
Joanna Maria Hermans (Herman), winkelierster.

tr.
met

Martinus Timmermans, koopman, ovl. te Schiedam op 31 aug 1841 (di) (bron: bijlage huwelijksakte 1842).

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertrui*1808 Schiedam    
Sijtje Elisabeth*1810 Schiedam    
Adriana*1813 Schiedam    
Adrianus*1815 Schiedam    
Johanna Jacoba*1818 Schiedam    
Cornelia Maria*1823 Schiedam    
Martinus*1825 Schiedam    
Johanna Maria*1828 Schiedam    


Geertruij van den Eelaart
Geertruij van den Eelaart, geb. te Schiedam op 9 dec 1804 (zo), naaister.

tr. (resp. 18 en 23 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Schiedam op 9 nov 1823 (zo) (BS akte 71)
met

Jan Zagwijn, zn. van Jan Zagwijn (schipper) en Grietje Stichters, geb. te Schiedam op 28 feb 1800 (vr), fuselier nationale militie.


Jan Zagwijn
Jan Zagwijn, geb. te Schiedam op 28 feb 1800 (vr), fuselier nationale militie.

tr. (resp. 23 en 18 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Schiedam op 9 nov 1823 (zo) (BS akte 71)
met

Geertruij van den Eelaart, dr. van Arij van den Eelaart (schipper) en Adriana Timmermans (winkelierster), geb. te Schiedam op 9 dec 1804 (zo), naaister.


Thyadolfus Uldenga
Thyadolfus Uldenga (?), geb. tussen 1260 en 1287, Ratsherr, "Consul des Norderlandes".

Opmerkingen bij Thyadolfus Uldenga.
Er und andere Vertreter des Norderlandes handeln mit der Stadt Bremen am 7.9.1310 in Norden ein Abkommen aus über Rechtsfälle wie Totschlag, Raub, Schulden, Schiffbruch u.a.(Ostfriesische Urkunde 44).

tr.
met

Nn Uldenga, dr. van Haiko Uldenga ("Consul des Norderlandes"), geb. tussen 1268 en 1295.


Ulbod Tiadeka
Ulbod Tiadeka (?), geb. tussen 1269 en 1274.

Opmerkingen bij Ulbod Tiadeka.
Bezittingen in Langen, Wybelsum, Campen.(Dr. H. van Lengen; Dt. Geschlechterbuch 190).
Uit een e-mail van Jan Tjaden: "1418, Ulbod, Bauer in Gross-Campen verkauft Besitz auf der hohen Wurt von Langen (ältester Teil des Ortes) nahe der Kirche. Diese Grundstücke (Tiadeka-Land genannt) werden also seit der Gründerzeit 800-900 im Besitz der Familie gewesen sein. Und er zieht sich nach seiner Dienstzeit in Langen und Wybelsum nach Campen zurück. Man könnte deshalb davon ausgehen, dass auch der Besitz in Campen aus alter Zeit stammt und schon ist der Zusammenhang mit dem alten Thiadulf gegeben.".
Hij had bij een onbekende vrouw één zoon
.


Jan Zagwijn
Jan Zagwijn, schipper.

tr.
met

Grietje Stichters.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1800 Schiedam    


Grietje Stichters
Grietje Stichters.

tr.
met

Jan Zagwijn, schipper.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1800 Schiedam    


Gerrit van den Eelaart
Gerrit van den Eelaart, geb. te Schiedam op 10 mrt 1803 (do), schippersknecht.

tr. (resp. 21 en 19 jaar oud) (Burgerlijke Stand) te Schiedam op 15 aug 1824 (zo) (BS akte 52)
met

Aaltje van Wassenaar, dr. van Arij van Wassenaar (kuipersknecht) en Catrina Bosselaar, geb. te Schiedam op 14 apr 1805 (zo), dienstbode.